Jaarlijks archief: 2004

Walty’s agenda 2004

[52] Bosuil
Hoe zou het gaan met de bosuilen dit jaar? 2002 en 2003 waren heel slechte muizenjaren en dat betekende dat er weinig kroost geboren werd. Het houdt me bezig als de roep van de uil me weer eens uit mijn slaap haalt. Praatjes genoeg: ‘Dit bos is van mij!’ Gelijk heeft hij, ik heb tenslotte maar één uilenkast opgehangen.

[1] Kramsvogel
Het moet wel heel streng vriezen wil je deze lijstersoort in een stadspark tegenkomen. Als dat het geval is, heeft hij de bus naar het zuiden gemist. Zachte winters brengen ze in grote groepen door op bouwland, eigenlijk de enige plek waart ze nog voedsel kunnen vinden.

[2] Grote bonte specht
Pfff, hard werken! Af en toe stopt hij even om te luisteren of hij antwoord krijgt. Hij kan zo blijven ‘zitten’ omdat hij tien extra sterke staartpinnen heeft. Dat zijn er weliswaar twee minder dan bij de meeste vogels, maar bij de specht zijn ze dubbel zo dik. Daarom kan hun staart als krukje dienen. Hartstikke handig!

[3] Bunzing
Afgelopen jaar vonden we een gewonde bunzing, waarschijnlijk aangereden. Hij lag er kennelijk al een tijdje, want de maden deden zich te goed aan de wonden. Ten einde raad heb ik de wonden uitgewassen met vlooienshampoo. Dat is vreselijk agressief, maar het hielp! Twee weken laten liep hij genezen verklaard het bos in.

[4] Koperwiek
Ik ga in de winter graag naar de waddeneilanden. Dan verwelkom ik de koperwieken die uit het noorden komen. Ze rusten even uit op dit eerste land dat ze op hun reis tegenkomen en vervolgen dan hun weg, speurend naar een geschikte plaats om te overwinteren. Op de terugweg zoeken ze een broedplaats. De zuidelijkste plek die ze aandoen om hun nest te maken is Schotland.

[5] Kluut
Je gelooft toch niet dat hij ooit in een ei paste! Gelukkig is die snavel dan nog flexibel en korter. Twee dagen nadat hij uit het ei komt is het apparaat uitgehard, daarna duurt het nog zes weken voordat die sierlijke vorm is ontstaan. En natuurlijk heeft dat een reden. De kluut zwiept met zijn snavel over de slikkige wadbodem, ongeveer zoals wij met een heksenbezem doen. Zo signaleert hij garnaaltjes.

[6] Hop
Zodra je Frankrijk binnenkomt, zie je ze. En je weet meteen waar ‘Franse slag’vandaan komt. De hop is een ongelooflijke viezerik al doet zijn uiterlijk anders vermoeden. Zijn nest is slonzig, vies en stinkt ontzettend. Dus zodra het even kan, ontvlucht hij dat en gaat hij op hagendissenjacht tussen de stenen van de stapelmuurtjes.

[7] Kneu
Ik kwam erachter dat ik wel 25 kneutjes heb getekend, de afgelopen vijftien jaar. Dat is heel veel voor zo’n ielig tiepje. Het is die steenrode borst die hem voor mij zo aantrekkelijk maakt. Prachtig! De meeste ontdek ik op de Maasvlakte, ze houden van braakliggende grond. In de winter moet je goed zoeken, want dan zitten ze verstopt tussen allerlei andere vinken.

[8] Zeehond
Je kunt je zo niet voorstellen dat dit ook zo’n grote, vette knoeperd wordt die je ’s zomers lekker lui nakijkt als je langsvaart in je bootje. Op het wad gelden overigens heel strenge recreatieregels bij laag water. De moeders zogen hun jongen namelijk bij eb op zandbanken en daar hebben ze rust voor nodig. Wordt die rust verstoord en loopt de zandbank onder bij vloed zonder dat het jong heeft gedronken, dan duurt het twaalf uur tot de volgende voeding. Jongen die op die manier tweemaal achter elkaar een voeding missen, zijn ten dode opgeschreven.

[9] Korhoen
Op weg naar de bolderplaats, waar alle mannetjes zich verzamelen om te bolderen. Om te beginnen wordt het sponzige plekje op zijn kop nog rooier. Hij toont zijn staart in volle glorie en haalt alles uit de kast om te imponeren. De vrouwtjes kiezen een mannetje van hun gading. Zijn ze eenmaal druk met de eitjes, dan gaan de mannetjes hun eigen weg.

[10] Haas
Wat een acceleratie! Met gemak haalt hij 45 kilometer in twee seconden. Dat betekent dat hij met gemak een vos voorblijft. Heel misschien lukt het een snelle windhond hem in te halen, maar wanneer komt hij die nou tegen?

[11] Fuut
Vorig jaar bracht een schipper ons een verweesd fuutje. Het was een hele organisatie. De palingvisser uit het dorp bewaarde de meegevangen witvis, die we twee keer in de week ophaalden. Maar hij at goed, groeide goed en zat al snel op onze vijver. ‘Vang je eigen vis’ was goed geprogrammeerd, dus kon hij de voorntjes van de Kortenhoefse plassen de stuipen op het lijf gaan jagen.

[Lentespread Turkse tortels] Het voorjaar hangt onmiskenbaar in de lucht.
Ik houd van jou. Jij ook van mij? Zullen we…
Turkse tortels zijn zo heerlijk klef. De rode hartjes vliegen als het ware in het rond. Er hangt alleen een klein vuiltje in de lucht. Ik zag hem namelijk met een ander… zonder scrupules vroeg hij haar: ‘Zullen we?’ Goede tijden, slechte tijden in duivenland.

[12] Uilskuiken
In 2002 was er zo’n muizenschaarste dat moederuil ten langen leste zelfs moest besluiten haar kleinste kuiken te voeren aan de andere twee zodat die konden overleven. Ik duim me suf dat dat dit jaar niet hoeft.

[13] Kip
Ze is zó trots op haar kroost en alles vindt ze goed. Af en toe tokt ze haar pluizenbollen goedmoedig tot de orde, maar meestal fungeert ze als veilige haven als de kleine ontdekkingsreizigers na een tochtje van twee meter terugkomen om bij te komen van alle indrukken.

[14] Scholekster
Twee weken na hun geboorte waggelen de kuikens bedelend achter mams aan. De snelcursus pieren vangen begint en met honger leer je snel. De moeder peutert een pier omhoog en het jong mag de delicatesse afpakken. Dank je, mam!

[15] Kauw
De intelligentie van deze vogel is overweldigend. Vindt hij iets lekkers, maar vermoedt hij kapers op de kust, dan verbergt hij zijn schat. Hij legt er een blaadje overheen en doet of hij met iets heel anders bezig is tot het gevaar is geweken. Sliep uit!

[16] Wilde eend
De eerste eendenkuikens zien het levenslicht. De sloten vullen zich de komende weken met piepende rijtjes bolletjes wol, maar over een maand… Ja, het is heel akelig, maar overal liggen snoeken op de loer, om over bruine ratten en kraaien maar te zwijgen.

[17] Kievit
Om ervoor te zorgen dat de kievit zijn jongen kan grootbrengen is het belangrijk dat er pas laat in het jaar voor het eerst wordt gemaaid. Hij maakt zijn nest namelijk op weidegronden. Dan staan de eieren natuurlijk nog wel bloot aan gevaar door het vee dat er graast, maar goed, dat is een gecalculeerd risico zullen we maar zeggen.

[18] Reekalf
Zes uur in de ochtend: in de ochtendnevel staat een rij van zestien reewildzoekers klaar om 50 hectare kniehoog gras te doorzoeken op reekalfjes. Die worden in een jutezak gestopt en een uurtje in een boom gehangen. Dan kan de boer gaan maaien zonder dat de dieren gevaar lopen. Ze zouden zich namelijk niet laten zien als de maaimachine nadert. Na afloop worden de dieren bevrijd en roepen we hun moeders.

[19] Ooievaar
De broedcentra in Nederland gaan dicht; de ooievaars kunnen het weer op eigen kracht volbrengen. Wat een geweldig succes! Een vinger aan de pols blijft wel nodig, want in Nigeria schiet men een ooievaar nog uit de lucht. Tja…

[20] Pimpelmees
Ik werd zo opgeslokt door de bedrijvigheid rond de nestkasten dat ik helemaal niet merkte dat een van de pimpelmezen op mijn camera was gaan zitten om poolshoogte te nemen.

[21] Zwanenkuikens
Pa en ma zorgen voor optimale veiligheid als het gezin op pad gaat. Ma gaat voorop, pa sluit de rijen, de kuikens in geborgenheid ertussenin. Aan het einde van de zomer zijn de slagpennen van de kuikens uitgegroeid en kan het grote avontuur beginnen. De startbaan ligt klaar… 80 meter oprichten en klapperen met de vleugels en jawel hoor, daar gaan ze. Net als in de reclame.

[22] Otter
Het is gelukt om ze in de Weerribben uit te zetten; de otters gedijen er heel goed. Fantastisch dat zoveel mensen zich daarvoor hebben ingezet!

[23] Boerenzwaluw
In februari vloog ik in acht uur van Zuid-Afrika naar Nederland in de wetenschap dat de boerenzwaluwen ook bijna begonnen aan die tocht. Die van hen neemt alleen wéken in beslag. Raar idee.

[24] Knobbelzwaan
Ik moest helpen een verdwaalde zwaan te vangen, zodat hij naar het natuurgebied kon. Geen probleem, dacht ik… nu weet ik beter. De pols waarop ik een klap kreeg, was flink gekneusd. Maar het recept is: zo snel mogelijk opvouwen en in een jutezak met een strikje. Nu is hij gezellig met zijn tweeën. Au…

[25] Zanglijster
Het nest is leeg, de koters staan op eigen benen, net als die van de merel. En dan is het gedaan met het zingen. Nu kan hij zich weer toeleggen op de huisjesslakken; hij slaat ze op de flagstones kapot en geniet zichtbaar van zijn copieuze maaltijd.

[Zomerspread konijntjes] Konijnen hebben de veiligste vorm van kinderopvang uitgevonden. Het kroost blijft in de wentel als moeders eropuit gaat. Ze gooit aarde over de opening en stampt dat even flink aan. Prima gecamoufleerd tot ze ’s avonds thuiskomt. Even graven en ze is binnen, waar de kids hongerig op haar wachten.

[26] Jonge haas
Al voor het derde jaar kan ik trots uitzien over mijn natuurlijke bloemenweide. Dat moederhaas er haar kleintje dropte vond ik een grote eer. Mooier kan het echt niet worden.

[27] Grauwe klauwier
Op jacht naar sprinkhanen en kevers. Ze zijn er in overvloed op het moment, daarom legt de grauwe klauwier voorraadkamers aan. Het overschot prikt hij op een doorn voor slechtere tijden. Eén probleempje: zijn geheugen laat veel te wensen over.

[28] Putter
Deze bontgekleurde tropische verrassing is dol op distelzaden, daarom werd hij vroeger ook wel distelvink genoemd. Er zijn tegenwoordig putterkwekers en die veredelen de soort steeds verder. Tijdens wedstrijden zijn de prachtigste nieuwe variëteiten te bewonderen.

[29] Das
Eindelijk heb ik eens gezien hoe de das foerageert. Ik was er helemaal door gebiologeerd. Hij loopt met zijn neus snuffelend door het gras. Als er een regenworm in zicht komt, snuffelt hij nog eens, dan trekt hij de sliert zijwaarts uit de grond en slikt hem door. Op naar de volgende: snuffelen, trekken, slikken, snuffelen, trekken, slikken. Met eindeloos geduld.

[30] Reebok
De zomer op zijn heetst, de bronst kan beginnen. Ze eten nauwelijks en lopen in cirkels achter de reegeiten aan. Zo lang een geit geen toestemming geeft, gebeurt er niks. Dan ontstaat langzaam maar zeker een uitgesleten kring in de bodem. De bokken zijn zo gefixeerd op hun doel dat je er rustig een paar meter vandaan naar kunt gaan zitten kijken. Ze zullen je geen blik waardig keuren.

[31] Gele kwikstaart
De gewone gele kwikstaart komt vooral op akkers voor en is iets kleiner dan de grote gele kwikstaart. Deze tropische beauty is vaak in zijn eentje op pad, meestal langs de waterkant op zoek naar voedsel. Al wippend met zijn staart speurt hij naar larven, insecten, spinnen en wormen.

[32] Paapje
Voor dit kleine, snelle vogeltje is de broedtijd vol gevaar. Dat komt vooral doordat hij op de grond broedt in vlak, laag duinlandschap. En dat is vragen om moeilijkheden. Komt er geen vos langs die het nest leegrooft, dan is er wel een hermelijn of een wezel die zo’n maaltje dankbaar aanvaardt. Alleen paapjes die op een Waddeneiland broeden, ondervinden geen hinder van deze lastposten.

[33] Blauwborst
Wat een bron van inspiratie! Ik hoorde hun mooie liedje op een zonnige dag aan de Oostvaardersplassen. Heel stilletjes ben ik gaan zitten, met mijn rug tegen een boom. Binnen de kortste keren had ik een schetsboek vol baltsende blauwborsten, het meest tropisch gekleurde vogeltje van Nederland.

[34] Groene specht
Rode mieren belegeren mijn atelier en die dragen heel veel rotzooi naar binnen. Daarom ben ik de jonge groene spechten dankbaar voor hun jacht op deze rommelmakers. Voorlopig hebben ze wel werk (en eten); het zijn er duizenden!

[35] Tuinfluiter
Of de jongen al op kleur zijn of niet, in september gaat de hele familie op reis. Compleet, want dit jaar is er geen enkel slachtoffer gevallen. Op naar de olifanten. Zij hebben er meer gezien dan mij in een heel leven gaat lukken. Of ik jaloers ben? Ja!

[36] Eekhoorn
‘Mijn eekhoorn’ kan een kunstje. Soepel trippelt hij over de rand van de veranda en kijkt wat ik voor hem heb verzonnen. In minder dan een minuut heeft hij het door… touwtje omhoogtrekken, pinda eraf peuzelen. Is dat alles? Een speurende blik en hij weet genoeg, in een mum van tijd heeft hij alle touwtjes opgetrokken.

[37] IJsvogel
Het is een beetje rare naam voor een vogel die helemaal niet tegen strenge winters met ijs kan. Wel is hij dan te vinden bij wakken, op zoek naar vis, zijn belangrijkste voedsel. Eenmaal gevangen gaat dat met harde hand; de vis wordt knock-out geslagen tegen een tak. Pas daarna wordt hij weggewerkt.

[38] Brandgans
Het trekkersbloed is verdwenen, steeds meer brandganzen blijven in Nederland plakken. Daar bestaat geen onverdeelde blijdschap over, want ze vreten hectares grasland kaal. Maar het is niet anders.

[39] Tureluur
Plevieren en steltlopers zijn maar moeilijk uit elkaar te houden. Ook al heeft de tureluur felrode lange poten, die zie je niet zo gemakkelijk in de vlucht. Maar aan de brede witte vleugelachterrand herken je deze steltloper van verre. Hij is erg moeilijk in aquarel te vangen, maar ik houd vol…

[Herfstspread das] Zo langzamerhand is goed zichtbaar dat we dassen hebben uitgezet. We moeten steeds meer tunneltjes en afrasteringen maken om ervoor te zorgen dat ze veilig nieuwe territoria in bezit kunnen nemen. De populatie breidt zich uit. Hoera!

[40] Bunzing
Hoewel jonge bunzings vooral ’s nachts ‘de beest uithangen’ heb ik hun puberale gedrag toch kunnen vangen op die zeldzame momenten dat ze bij daglicht werden overvallen door grote speeldrang. Ja, probeer ze dan als moeder maar eens in toom te houden. Dat is dus niet alleen een mensenprobleem.

[41] Das
Heerlijk, die kleuterjaren. Beetje aanklooien en gezellig met pa en ma op wormenvangst, dat is het wel zo’n beetje. Een onbezorgde jeugd, dat gun je ze toch allemaal? Langzaam ontwikkelt hij een geurkaart in zijn kop waarmee hij over een poosje zijn weg vindt door de tunnels.

[42] Winterkoning
Die kleine tiran zit weer op ons huis te fluiten of de hut van hem is! Het is irritant en aandoenlijk tegelijk hoe hij ons beschermt tegen al die vogels die menen dat ze gezellig bij ons op bezoek kunnen komen.

[43] Edelhert
Er is geen houden aan, de kilo’s vliegen eraf in de bronst. Het kost heel veel energie om zoveel mogelijk hinden te beslaan (bevruchten). Het is overigens onvoorstelbaar hoeveel de mannetjes bewegen met dat enorme gewei op hun kop, dat behoorlijk zwaar is. In november zijn ze afgebronst, kunnen ze bijkomen.

[44] Goudhaantje
Zo klein dat je hem met één postzegel kunt versturen, raar idee, hè? Het blad valt inmiddels van de bomen, maar dat maakt het goudhaantje niet uit. Hij moet het hebben van de dennen en de sparren. Met zijn pincetsnaveltje peutert hij vol overgave in kieren en kiertjes op zoek naar kleine insecten. Dat hij daarvoor allerlei rekstokoefeningen moet doen, vindt hij alleen maar leuk.

[45] Eekhoorn
Van eekhoorntjes is welbekend dat ze graag een wintervoorraad aanleggen. Daarom rennen ze in deze tijd voortdurend heen en weer in pure verzameldrift. Aan de voet van een boom graaft hij een kuiltje waarin hij zijn schat verstopt. Helaas doet hij dat zo goed en op zoveel plaatsen dat hij in de winter is vergeten waar zijn hapjes liggen.

[46] Wilde eenden
Gek dat het van het seizoen afhangt hoe je de dieren bekijkt. In het voorjaar heb ik de wilde eenden naar het andere eind van de wereld gewenst. Ze vraten alle kikkerdril uit onze vijver op. Maar na een zomer van bevredigende kikkergeluiden ben ik nu veel milder gestemd en observeer ik de eenden in mateloze bewondering om hun vlucht.

[47] Vlaamse gaai
Een typisch geval van ADHD. Ik spreek ze regelmatig sussend toe om ze ertoe te zetten het wat rustiger aan te doen. Nee, natuurlijk helpt dat niet en gelukkig heeft nog niemand verzonnen dat ze aan de Ritalin moeten. Ik ben overigens altijd in twijfel: is ’ie nou roze of is ’ie nou beige? Lastig hoor, voor een schilder. De veertjes zijn overig net zo zacht donzig als die van een mees.

[48] Haas
Rondom zijn hele kop heeft de haas een ring van enorme snorharen. Kijk maar eens goed. Die haren helpen hem bekende paden met hoge snelheid te nemen. Omdat de haas die snorharen ook van richting kan laten veranderen kan hij door nauwe doorgangen kruipen; hij steekt ze dan helemaal naar voren om te voelen of hij er doorheen past.

[49] Brilduiker
Deze zwijgzame duikeend vindt het heerlijk om als wintergast zomaar wat rond te dobberen op het IJsselmeer. Zwemmen doet hij nauwelijks, af en toe vliegt hij op en daar moet hij dan langdurig van uitrusten. Tussendoor zoekt hij onder water naar driehoeksmosseltjes, zijn favoriete voer. Kortom, als je niet wist dat hij er was zou je hem niet opmerken.

[50] Staartmees
De hele zomer hebben ze in paartjes rondgevlogen, de staartmezen. Ze moesten natuurlijk allemaal hun gezinnen op de rails zetten. Nu dat allemaal achter de rug is, verzamelen ze zich in groepen. Ook andere mezen sluiten zich daarbij aan. En dan poetsen ze gezamenlijk hun veren. Die lange staart is nog een hele klus; ze nemen het begin in hun snavel en werken hem dan af tot aan het puntje. De staart is dan helemaal rondgebogen.

[51] Konijn
Konijnen lijden op het ogenblik aan een zeer venijnig virus, nog erger dan het myxomatosevirus dat hun aantallen in de jaren zestig decimeerde. Het curieuze is dat er bij Lelystad een biotoop is dat er helemaal geen last van schijnt te hebben. Het wachten is op de onderzoeksresultaten.

[Winterspread vos] Vossen slapen graag buitenshuis, ook in de winter. Zo’n bontjas is ideaal. Als het even kan zoeken ze een lekker plekje in de zon, liefst op de walkant. Daar liggen ze opgerold te dagdromen en af en toe komen ze overeind om wandelaars te observeren. O, u dacht dat mensen naar dieren keken? Nou, gefopt!

[52] Roodborstje
Toen ik nog niet beter wist zei ik tegen mijn gast: ‘Wat gezellig dat je er weer bent!’ Ik moest het even verwerken dat de winterroodborstjes uit Engeland of Noorwegen komen en dat dat heel andere roodborstjes zijn dan in de zomer. Niks gezellig. Nou, hoewel… Als ik het paard te eten heb gegeven zit er altijd wel een roodborstje dat zich ontfermt over de restjes.

[53] Winterkoning
Er moet een steekje aan ze loszitten. Anders valt het toch niet te verklaren waarom ze hier blijven met hun tere gestel. In een beetje winter leggen ze het loodje. Ja, natuurlijk heb ik van takken en ander groenafval een beschut plekje gemaakt in de tuin zodat ze een beetje in de luwte kunnen kruipen als het erg koud wordt. Maar het is toch verre van slim om je zo afhankelijk op te stellen.