Het is niet te geloven hoe blij je een Amerikaan maakt met oranje klompen. ‘ So cute!’ Ik ben blij dat we in gesprekken duidelijk kunnen maken dat we er thuis niet op lopen, dat Nederland niet in BelgiĆ« ligt, kortom dat we meer te bieden hebben dan molens en tulpen. We worden overal heel hartelijk en gastvrij ontvangen. Vol bewondering zijn ze, dat we deze onderneming zijn begonnen. Geen haar op hun hoofd… Het is hier moordend heet. Gisteren moesten de jongens in vol tenue eerst een zware training ondergaan van twee Amerikaanse coaches in dertig graden. De combi vermoeidheid, opwinding en alle verwennerijen van slecht voer (pancakes for breakfast, hotdogs en hamburgers for lunch), te weinig drinken maakte dat sommigen languit in de slagkooi gingen liggen. Na twee uur trainen meteen een wedstrijd erachteraan. Heftig, dus. Toch grijnst Casper nog steeds van oor tot oor. Hij geniet met volle teugen: van het gastgezin, van het Engels spreken, van de wedstrijden van de Braves. Apetrots dat hij live ‘ on national tv’ mocht vertellen hoe hij het allemaal vindt. En ik stroom steeds over van ontroering als ik hem zie. Als eerste pitcher gisteren in de vriendschappelijke wedstrijd was hij om op te vreten. Ja, lach me maar uit!