De mezen zijn uitgevlogen en ze wonen nu met z’n allen in onze eik. Ze hebben het reuze gezellig en wij dus ook. Ik geniet met een kop koffie onder de eik van het gekwetter en gefladder. De kuikens (heet dat zo?) zijn paarsgewijs op ontdekkingstocht en doen elkaar voortdurend verslag van de wereld.
Geweldig dat het nu sinds jaren eindelijk gelukt is een heel gezin voort te brengen. Er viel maar één dooie mees te betreuren. Zou ik ze deze winter herkennen als ze zich verlekkeren aan mijn eigengeregen pindaslingers?